menu

De schepping volgens het creationisme, het evolutionisme, intelligent design en het esoterische christendom

Margarete van den Brink 

De opvatting dat de aarde, maar ook de planten, de dieren en de mensen hun ontstaan te danken hebben aan een scheppingsdaad wordt in de wetenschap het creationisme (creëren = scheppen) genoemd. De theorie van Darwin heet de evolutietheorie. Zij beschrijft de geleidelijke ontwikkeling (evolutie) van met name de diersoorten van een lagere naar een hogere orde. De laatste tien jaar wint ook de intelligent design-gedachte (ID) meer aanhang.

Omdat te verwachten is dat de discussie in Nederland over de vraag waar wij mensen vandaan komen en wat aan onze ontwikkeling ten grondslag ligt, de komende jaren zal intensiveren, leek het mij goed in dit en in een volgend artikel te laten zien welke gezichtspunten de verschillende hiervoor genoemde theorieën bevatten en daar de opvattingen uit de esoterische traditie naast te zetten.

Het creationisme

Het creationisme is – ik herhaal dat even - de opvatting dat de aarde en de mens, maar ook alle planten en dieren, heel de natuur dus, hun ontstaan te danken hebben aan een scheppingsdaad van een hoge geestelijke kracht of macht: de Schepper. Zoals Maria van der Hoeven[1] aangaf gaan het Jodendom, de Islam en het Christendom van een dergelijk concept uit. Maar niet alleen in deze godsdiensten, ook in het Hindoeïsme, het Confusianisme en het Boeddhisme treffen we die opvatting aan. Het scheppende principe wordt bij deze verschillende godsdiensten of geestelijke stromingen aangeduid met de naam: Jehova, Allah, God, Brahma, Tao en Dharmakaya. Daar moeten we aan denken als over het creationisme gesproken wordt. In Nederland bestaat de tendens het creationisme uitsluitend te zien als behorend tot het orthodoxe christendom. We kunnen echter evengoed van een ‘Vedisch creationisme’ spreken. Het Hindoeïsme gaat er op basis van de Heilige Boeken, de Veda’s, bijvoorbeeld van uit dat de aarde al duizenden miljarden jaren oud is en de mens al die tijd heeft bestaan.

Het christelijk creationisme

Het christelijk creationisme – waar ik mij in dit artikel toe wil beperken - baseert zich in zijn meest vergaande vorm op de letterlijke interpretatie van de eerste twee hoofdstukken van de Bijbel: Genesis 1 en 2. De Bijbel is voor de christelijke creationisten, die veelal orthodox-gelovige christenen zijn, het onder inspiratie geschreven woord van God. Voor hen is alles wat in de originele tekst van de Bijbel staat historisch én wetenschappelijk gezien juist. Genesis geeft in feite een historische gebeurtenis weer. Alle levende wezens met inbegrip van de mens zijn door God geschapen gedurende de scheppingsweek die in die eerste twee hoofdstukken van de Bijbel beschreven worden. Benadrukt wordt dat de mens niet van de dieren afstamt. Het idee als zouden mens en dier gemeenschappelijke voorouders hebben, zoals de evolutieleer verkondigt, wordt met afschuw verworpen.

Biologische veranderingen die in de loop van de tijd optraden vonden uitsluitend plaats binnen de oorspronkelijk geschapen soorten. Met andere woorden: na de scheppingsweek wordt er aan de schepping niets nieuws meer toegevoegd.

De aanhangers van het creationisme zijn onder te verdelen in ‘jonge-aarde creationisten’ en ‘oude-aarde creationisten’. De jonge-aarde creationisten geloven dat heel de schepping zich in zes dagen van 24 uur of in zes korte periodes heeft voltrokken. Zij gaan er van uit dat de aarde niet ouder is dan 10.000 jaar. De oude-aarde creationisten wijzen de vondsten van de gangbare wetenschap niet geheel af. Voor hen is het wel mogelijk dat de schepping zich over een periode van miljoenen jaren uitstrekt. Sommigen van hen interpreteren de scheppingsdagen van Genesis 1 als tijdvakken. Staat er immers niet in de Psalmen dat duizend jaar voor God is als één dag?

Met name in de Verenigde Staten neemt de aanhang van het jonge-aarde creationisme sterk toe. Ouders die schrikken van het ‘atheïstische’ onderwijs dat hun kinderen op grond van de evolutietheorie krijgen, grijpen in. Tot voor de rechter vechten zij hun strijd uit. Het heeft er inmiddels in verschillende staten toe geleid dat biologiedocenten op basis van rechterlijke uitspraken verplicht zijn evenveel aandacht aan het creationisme te besteden als aan de evolutietheorie. Sommige ouders gaan verder en rusten niet voordat de verderfelijke evolutietheorie van het schoolplan is verdwenen.

De evolutietheorie

De evolutie, de geleidelijke verandering van de ontwikkeling van de soorten op aarde: de planten, dieren en de mensen, voltrekt zich in zeer lange en langzaam verlopende tijdsperiodes. Volgens de wetenschappers die aanhanger zijn van de evolutietheorie is er bewijs dat de evolutie al 4,3 miljard jaar lang in het heelal en op aarde gaande is.

De evolutietheorie is sterk gebaseerd op het werk van Charles Darwin (l809-l882), 19eeeuws wetenschapper. Zij gaat er van uit dat alle soorten planten en dieren zich uit voorgaande vormen ontwikkelen en daarom één gemeenschappelijke afstamming hebben. Alles wat er op aarde en in het heelal te vinden is, is uit toeval ontstaan. Ontwikkeling vond en vindt plaats omdat toevallige veranderingen of mutaties in het erfelijke materiaal van planten, dieren en mensen grotere of kleine aanpassingen ten aanzien van de omringende natuur teweegbrachten. Daarmee werd en wordt beslist of een soort voortbestaat of uitsterft. In de natuur is een voortdurend selectieproces aan de gang: alleen planten, dieren en mensen die sterk zijn en zich goed aanpassen aan hun omgeving, overleven in de strijd om het bestaan.

Darwin verwoordde zijn bevindingen in het bekende boek ‘Origin of species.’(‘afstamming van de soorten’). Het wekte grote beroering en een storm van protest, vooral van de zijde van de creationisten. Nog feller werd Darwin – zelf een gelovig man, hij studeerde later theologie – aangevallen na de publicatie van zijn boek ‘The descent of man’ (De afstamming van de mens). Daarin zette hij uiteen dat uit zijn onderzoek bleek dat mens én aap van één gemeenschappelijke voorouder afstammen. De mens is dus geen apart soort, maar behoort tot de dieren. In de loop van de tijd werd dat tot een gangbare opvatting: ‘de mens stamt van de apen af’.

Het zal niet verbazen dat de evolutietheorie vooral geaccepteerd en verdedigd wordt door wetenschappers die een materialistische mens- en wereldvisie aanhangen waarin voor een diepere achtergrond van het leven geen enkele plaats is.

Over het algemeen genomen moeten zij er niets van hebben dat er zoiets als een idee of een ontwerp aan de menselijke en aarde-ontwikkeling ten grondslag zou kunnen liggen en al helemaal niet van het bestaan van een schepper. Aarde en mens zijn ooit bij toeval uit een oerknal, een ‘big bang’ ontstaan. Daardoor kwamen er eenvoudige chemische stoffen vrij. Deze hebben er uiteindelijk toe geleid dat alles wat wij heden ten dage kennen, is ontstaan. Alles wat nu op aarde bestaat, inclusief de mens, is uit die lagere vormen in de materie voortgekomen. Er zit geen bedoeling achter de evolutie.

Intelligent-Design (ID)

De wetenschappers die zich met de ‘intelligent-design’ gedachte verbonden voelen – meestal van christelijk-gelovige huize - staan niet geheel afwijzend tegenover de evolutieleer van Darwin, maar zien ook dingen die van daaruit onmogelijk te verklaren zijn. Zo vinden zij dat de natuur zó complex geordend is en de delen daarvan zó precies op elkaar afgestemd, dat daar een ‘design’, een ontwerp, een hoger plan, aan ten grondslag moet liggen dat intelligentie bezit.

Een levende cel bijvoorbeeld, blijkt een wonderbaarlijke miniwereld. Hij laat je duizelen van de ontelbare, tot ver in het onwaarschijnlijke op elkaar afgestemde stofjes waarin geen enkel element mag ontbreken. Een nauwkeurige beschouwing, zo de ID-wetenschappers, toont aan dat zulke systemen zich onmogelijk door de combinatie van veranderingen, aanpassingen en natuurlijke selectie hebben kunnen ontwikkelen, zelfs niet in het ontzagwekkende tijdsbestek van vier miljard jaar. De kans dat eiwitten die de basis van alle leven vormen spontaan, bij toeval, in de juiste noodzakelijke volgorde zijn geraakt en daar uiteindelijk de mens uit tevoorschijn kwam, is even groot, zo zeggen zij, als de kans dat een volkomen willekeurige reeks letters een leesbare zin geeft, namelijk: nul.

‘Je kunt heel goed de evolutietheorie bevestigen en tegelijkertijd geloven dat God de aarde geschapen heeft’, zegt professor Cees Dekker. ‘God is de schepper van het leven en de evolutie toont ons hoe hij dat gedaan heeft’.[2]

Maar ook voor hem blijven vragen als: ‘Hoe kan het dat mensen dingen kunnen die dieren niet kunnen, zoals hun eigen bestaan overdenken?’, onbeantwoord. Dekker: ‘Geen idee’. En als God de Schepper is wie heeft God dan geschapen?’ Dekker: ‘Dat gaat mij boven de pet. Maar de Bijbel zegt dat God er altijd is geweest, hij gaat tijd en ruimte te boven, want die heeft hij zelf gemaakt. Misschien dat ik het Hem eens kan vragen als ik voor Hem sta’.

Als hij ter gelegenheid van de presentatie van zijn nieuwe boek een dankwoord uitspreekt eindigt hij met de volgende woorden:

‘De verwondering over de ontzagwekkende nanowereld van biomoleculaire systemen kan mij alleen maar brengen tot een diep ontzag voor de Schepper die dit alles uitgedacht en gemaakt heeft. Ofwel in de drieduizend jaar oude woorden van David, dichter en koning van Israël: ‘Mijn lichaam werd door u geweven. Ik wil u loven omdat ik verbazend wonderbaarlijk gevormd ben. Wonderbaar zijn uw werken en ik erken dit van ganser harte’.[3]

Het esoterische christendom

Het esoterische christendom laat zien dat de oorzaak en het begin van alles wat bestaat niet gezocht moet worden in de stoffelijk- materiële wereld, maar in de wereld van de geest. Alles wat we om ons heen in de kosmos en op aarde kunnen zien, van het machtige zonnestelsel tot het kleinste insect toe, is van geestelijke oorsprong.

Die geestelijke oorsprong wordt in alle religieuze tradities genoemd. Hij wordt aangeduid met namen als: God, Tao, Drie-eenheid, Brahma, Logos, het Woord. Helena Blavatsky omschreef dit goddelijke oerprincipe in haar boek De Geheime Leer als Alomtegenwoordig, Eeuwig, Grenzeloos en Onveranderlijk Beginsel, het Ene, het Al. Het is de basis van álles wat geweest is en ooit zal zijn.

Deze scheppende werkelijkheid bracht via verschillende stadia van evolutie uit zichzelf tot in de materiële wereld alle levensvormen voort die er ooit geweest zijn en nog zullen zijn. Om in esoterisch-christelijke zin te spreken: de wereld van de materie zoals wij die nu kennen is het uitgeademde, uitgekristalliseerde goddelijke Woord. Dat treffen we in verdichte vorm, in materie, op aarde aan. Anders gezegd: de wereld waarin wij leven is materie geworden Logos, het goddelijk scheppende principe.

Ons lichaam draagt de afgelopen evolutie in zich mee

De miljarden jaren lange evolutie van alle levensvormen op aarde: de mensen, de dieren, de planten, de gesteentes in al hun gevarieerdheid en verscheidenheid, maakte verschillende stadia door.

Ooit bezat alles wat nu een fysieke, dus materiële vorm heeft zoals het menselijk lichaam, de bomen en planten, de dieren, de bergen en dalen, een vorm die uitsluitend uit warmte bestond. Deze verging weer. Daarna kwamen als tweede uitdrukking van de goddelijke geest vormen tevoorschijn die uit warmte, lucht en licht bestonden. Als derde verschenen gestaltes uit warmte, lucht, licht en waterachtige substantie. In de vierde fase van de evolutie van de aarde traden vormen op die behalve uit warmte, lucht, licht, en water ook uit minerale stoffen bestaan. Zo ontwikkelde ons menselijk lichaam zich bijvoorbeeld tot dat wat het nu is: drager van het minerale in het skelet, het licht in de ogen, de lucht in de longen, de warmte in het bloed, terwijl onze organen voor 70% uit water bestaan. In ons lichaam dragen we dus de hele afgelopen evolutie van de mensheid met ons mee!

Omdat alles op aarde en in de kosmos uit het goddelijk principe is voortgekomen, kunnen we omgekeerd ook zeggen: het Ene is in alles aanwezig. Het goddelijke oerprincipe heeft zich niet uit zijn schepping teruggetrokken, maar leeft en werkt in ons, in ieder deel van ons lichaam, in ieder dier, in iedere plant, hoe klein en onaanzienlijk ook, en in iedere steen. Daarmee draagt het alles wat bestaat en onderhoudt het ook. Op die wijze blijven alle delen van de schepping niet alleen met de schepper maar ook met elkaar verbonden. Alles wat bestaat en zich ontwikkelt is ingebed in de goddelijke eenheid waar het nooit afgescheiden van kan zijn. Ook al kan dat in de wereld van de materie wel zo lijken.

Teillard de Chardin

Wie de schepping onbevangen bestudeert ziet dat de evolutie niet – zoals de evolutietheorie zegt - willekeurig verloopt en op toeval is gebaseerd, maar dat uit de hele orde van de natuur blijkt dat er een verdergaande beweging naar een hoger leven aan de gang is. Het geeft aan dat er een ontwerp, een verborgen plan, aan de schepping ten grondslag ligt.

Dat blijkt ook daaruit dat - naarmate de vormen in de loop van de evolutie complexer worden - het bewuste leven, de ‘binnenkant der dingen’ gevarieerder, subtieler en rijker wordt. De evolutiefilosoof Teilhard de Chardin die van l881 tot l955 leefde, wees daar steeds weer op. Dat geldt met name voor ons mensen in wie een steeds rijker innerlijk leven ontstaat met toenemend bewustzijn en zelfbewustzijn.

Helena Blavatsky met haar Theosofische en ook Rudolf Steiner met zijn Antroposofische achtergrond, verklaarden dat dat opengaande, toenemende bewustzijn en denkvermogen het resultaat is van een nieuwe instroming van het goddelijke denkvermogen of intelligentie in de menselijke natuur. Daarin drukt zich een nieuwe manifestatie van het goddelijke oerprincipe uit: namelijk als innerlijke geest in de mens. Hoewel de goddelijke intelligentie in heel de natuur te vinden is – overal in de natuur is zinvolle wijsheid en een wijsheidsvolle ordening en schoonheid te vinden – krijgt het goddelijk denkvermogen of de scheppende geest in de mens een vorm die in de andere natuurrijken niet te vinden is.

Doel van de mens: medeschepper worden

De volledige uitwerking van deze nieuwe geestelijke dimensie ligt in de verdere toekomst als de mens steeds hogere aspecten van zijn innerlijke geest tot ontplooiing brengt. Het uiteindelijk potentieel van ons menselijke denk- en bewustzijnsvermogen is in onze tijd nog maar voor een heel klein deel ontwikkeld. De bedoeling van het goddelijke scheppingsplan is dat de mens als actief drager van de geest medewerker en medeschepper wordt in het evolutieplan van de geestelijke wereld naar steeds hogere toestanden van bewustzijn en bestaan. Dan voldoet hij of zij aan dat wat de bedoeling van de schepping is: het beeld en de kracht van God, het Ene en het Al, in zich en door zich heen in de wereld te verwerkelijken.

Oude mysteriewijsheid

Alles wat de esoterische traditie aan inzichten en kennis als deze te brengen heeft was ooit al aanwezig in de wijsheid die in de mysteriescholen van de oudheid werd onderwezen. Via geestelijke stromingen als het Manicheïsme, de Tempelieren, de Rozenkruisers, de Theosofie en de Antroposofie reiken ze door tot in onze tijd waar zieners als Mevrouw Blavatsky en Rudolf Steiner ze opnieuw verwoorden en voor onze tijd toegankelijk maken. Nu niet voor de uitverkoren enkeling, zoals in de oudheid, maar voor iedereen.

Ik hoop dat ik hiermee heb laten zien dat de esoterische traditie in wezen alles wat ik aan het begin over het creationisme, de evolutietheorie en de intelligent-design gedachte vertelde, omvat, op een andere manier begrijpelijk maakt en een eigen plaats geeft.


[1] Was minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 2002 tot 2007 en Minister van Economische Zaken van 2007 tot 2010 top
[2] Trouw, 27 mei 2005. top
[3] De Bijbel, Psalm 139. top

© Esoterisch Christendom 2024