De basis van de evolutie is bewustzijn, geest
Margarete van den Brink
Tot de belangrijkste vragen die mensen zich in het leven stellen behoren: Waar komen we vandaan ? Waartoe leven wij op aarde? En: Waar zijn we naar op weg?
In de loop van de tijd hebben steeds meer verschillende groeperingen antwoorden gegeven op die vragen. Sommige van hen spreken elkaar tegen. Welke opvattingen zijn er?
Creatonisten en Inteligent Designers
Aan de ene kant zijn er de Creationisten en de aanhangers van de Intelligent Design gedachte die op die vragen antwoord geven. De eersten gaan ervan uit dat God de wereld - al dan niet in 6 dagen - geschapen heeft. De Intelligent Designers erkennen dat de evolutieleer van Darwin waarheid bevat, maar zeggen tegelijkertijd: de evolutie zit als geheel en in haar onderdelen zó ongelooflijk complex in elkaar, dat het niet anders kan dan dat daar een hoge intelligente macht in werkzaam is die dit alles gecreëerd heeft. Veel aanhangers van de Intelligent Design gaan ervan uit dat die hoge intelligente macht de God van de bijbel is.
Neodarwinisten en evolutiebiologen
Tegenover hen staan de aanhangers van de evolutietheorie zoals deze in het (neo)darwinisme en in de evolutionaire biologie wordt verwoord. Zij zeggen: alles wat bestaat is door toeval ontstaan, het heeft geen enkele bedoeling en dient nergens toe. Hooguit om een stukje DNA door te geven aan de volgende generatie. De meeste aanhangers van deze theorie verafschuwen het idee dat er zoiets als een schepper zou zijn die de aarde, de planten, de dieren en de mensen gecreëerd heeft en daar een bepaalde bedoeling mee had.
De neodarwinistische evolutieleer en de daaruit voortgekomen evolutionaire biologie zijn puur materialistisch van aard. Dat wil zeggen dat zij de mogelijkheid dat er een geestelijke wereld of een hoge geestelijke macht bestaat die alles tot stand heeft gebracht en de wereld van de materie doordringt, geheel en al uitsluiten. Werkelijk en waar is voor hen alleen datgene wat de wereld van de materie toont en wat met de gewone aardse zintuigen te zien, te horen, te meten of te pakken is. Al het andere is onwetenschappelijk en dus niet waar. Deze materialistische manier van kijken is de laatste honderd jaar diep doorgedrongen in de westerse samenlevingen en beïnvloedt in hoge mate het denken van mensen op alle lagen van het leven.
Een nieuwe kijk op de evolutie
Gelukkig blijft het daar niet bij. Ook het denken van de mens over zichzelf kent ontwikkeling. De afgelopen vijf tot tien jaar treden er wetenschappers naar voren die heel nieuwe theorieën verkondigen. Daardoor wordt een nieuwe kijk op de evolutie mogelijk.
Deze wetenschappers zeggen: de verschijnselen zoals deze zich in de ontwikkeling van de evolutie voordoen en zoals ze door de aanhangers van de darwinistische evolutieleer worden beschreven, zijn waar. Dat er sprake is van een ontwikkeling die bij eencelligen begint en naar de uitermate complex in elkaar stekende mens leidt, is zonder meer duidelijk. Het probleem ligt echter, zo zeggen zij, bij de uitleg en de interpretaties die de neodarwinisten en de evolutionaire biologen aan die verschijnselen geven. Je kunt namelijk ook op een heel andere wijze naar deze fenomenen kijken en op grond daarvan tot heel andere conclusies komen. Daarvoor moet je echter wel een aantal dingen doen. In de eerste plaats moet je ook die aspecten van de evolutie serieus nemen en bij je beschouwingen betrekken waar de darwinistische evolutieleer geen verklaring voor heeft. In de tweede plaats moet je de nieuwe inzichten uit de kwantumfysica erkennen. En in de derde plaats moet je de mogelijkheid open laten dat er zoiets als een geestelijke wereld bestaat. Dat wil zeggen een dimensie van omvattende wijsheid en bewustzijn.
Vragen aan de Darwinisten
Al deze elementen zie je terug in de gedachten van de Nederlandse wetenschappers over wie ik in het laatste nummer (54) schreef: Gerrit Teule[1]en Arie Bos[2]. Ook internationaal kom je deze opvattingen tegen. Wetenschappers als Amit Goswami, hoogleraar natuurkunde en kwantumfysica en de bekende arts en onderzoeker Deepak Chopra, schreven er beide over. ‘Iedere bioloog moet zich pijnlijk bewust zijn’, zegt Goswami, ‘dat de biologie zoals zij heden ten dage gepresenteerd wordt een incomplete wetenschap is. Wat zij nodig heeft zijn nieuwe organiserende principes die niet fysiek en niet materieel van aard zijn. Want alleen daarmee kunnen de vragen en mysteries die nog openstaan worden verklaard’.[3] Als vragen en mysteries die nog openstaan verwoordt hij onder andere:
- Hoe kan - zoals de darwinisten beweren - bewustzijn uit materie voortkomen?
- Wat is het verschil tussen leven en niet-leven?
- Hoe wordt een embryo tot een volwassen biologische vorm?
Ook Deepak Chopra stelt in zijn boeken en lezingen fundamentele vragen aan de darwinisten en de evolutionaire biologen. Een paar daarvan zijn:[4]
- Hoe komt het dat de natuur ‘creatieve sprongen’ maakt? Een van de grootste sprongen die de natuur te zien geeft is die waarin anorganische moleculen zich in DNA veranderd hebben. In de miljarden jaren die na de ‘Big Bang’ verstreken zijn is dat met geen enkele andere molecuul op een dergelijke wijze gebeurd. Geen enkele andere molecuul heeft als het DNA het vermogen ontwikkeld om miljarden stukjes informatie aan elkaar te rijgen en doelgericht met elkaar te verbinden. Informatie die behouden blijft ondanks het feit dat zij door ontelbare transformaties in vele soorten levende vormen is heengegaan. En dat tot op heden nog steeds doet.
- Hoe ‘weet’ de evolutie waar zij moet stoppen? In de evolutie bestaat een constante druk naar verdere ontwikkeling. Wat maakt echter dat zij op een gegeven moment niet verder gaat? Haaien, schildpadden en insecten bestaan al honderden miljoenen jaren zonder dat zij in die lange tijd noemenswaard verder geëvolueerd zijn - kleine veranderingen binnen de soort daargelaten. De ontwikkeling van haaien en schildpadden stopte, terwijl andere soorten, met name de mensachtigen, met grote snelheid bleven evolueren. Ook het feit dat apen hun oorspronkelijke vorm hebben behouden en niet verder gingen, vertelt ons, aldus Chopra, dat de evolutie van de mens, net als die van de aap, de haai en andere dieren, had kunnen stoppen. Waarom is dat niet gbeurd?
- Waarom bezitten wij mensen intelligentie? Het menselijk lichaam bestaat uit cellen die hun evolutie begonnen als eencellige blauw-groene algen. Die algen zijn er nog steeds. Waarom ging het DNA de weg naar steeds grotere intelligentie naarmate de evolutie verder voortschreed? Het DNA had perfect kunnen overleven in eencellige planten en dieren, zoals het daar ook deed. Waarom ging het dan toch verder en vormde uiteindelijk het menselijk lichaam en daarin de hersenen?
- De darwinisten zijn van mening dat het uitermate complexe DNA bij toeval – als bijverschijnsel van de evolutie - is ontstaan. Dat is hetzelfde, zegt Chopra, als denken dat een orkaan die door een vuilnisbelt raast een jet-vliegtuig kan produceren. Met andere woorden: totaal onmogelijk.
Geen enkele bestaande wetenschappelijke theorie, zo zegt hij, heeft bovenstaande vragen en dilemma’s kunnen beantwoorden. En helaas is het zo dat onderzoek daarnaar binnen de gangbare natuurwetenschap niet wordt gestimuleerd. Integendeel. Wetenschappers worden zelfs ontmoedigd zich met die thema’s bezig te houden.
Spiritueel mens- en wereldbeeld
Mensen als Chopra, Goswami, Bos en Teule, maar ook iemand als Van Lommel (zie zijn boek Eindeloos bewustzijn [5])hebben met elkaar gemeen dat zij dit soort vragen openlijk aan de orde durven stellen. En dat is heel wat in de wetenschappelijke wereld waar je door je collega’s belachelijk kunt worden gemaakt en onderuit gehaald.
Maar ze delen nog wat anders. En dat is dat ieder op zich – in de eerste plaats voor zichzelf persoonlijk – uitgaat van een spiritueel mens- en wereldbeeld. Deepak Chopra en Amit Goswami hebben beide een hindoe achtergrond, van Lommel een (zen)boeddhistische, Bos een antroposofische. Van Teule weet ik niet welke stroming hij aanhangt, maar dat hij zijn inspiratie uit de spiritualiteit haalt, is zonder meer duidelijk.
Hun spirituele mens- en wereldbeeld vernauwt hen niet maar geeft hen als onderzoekers juist de mogelijkheid om buiten de gangbare materialistisch-wetenschappelijke kaders te denken. Zo komen zij tot uitermate verrassende ontdekkingen die heel nieuwe inzichten tevoorschijn brengen. Kort gezegd: wetenschap en spiritualiteit, of wetenschap en geestelijke wereld sluiten elkaar niet uit, maar kunnen elkaar – mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan - aanvullen en versterken.
Ontdekkingen in de kwantumfysica
Het middel dat deze onderzoekers helpt tot deze vernieuwende inzichten te komen zijn de spectaculaire ontdekkingen die de kwantumfysica de laatste decennia heeft voortgebracht. De kwantumfysica is een nog relatief jonge wetenschap die met name na 1900 door wetenschappers als Albert Einstein en Max Planck verder ontwikkeld werd. Het bijzondere van deze tak van wetenschap is dat zij zich afspeelt op de grens van wereld van de materie en de geestelijke wereld.
De kwantum fysici ontdekten dat alle materie, dus ook de kernen van atomen, voor het grootste deel uit lege ruimten bestaat en dat dat wat er daarnaast overblijft zich als golven energie gedraagt. Materie blijkt in haar oervorm energie (kwanta) te zijn en zich ook als licht te tonen. En dat niet alleen, de allerkleinste ‘deeltjes’ die de materie vormen, blijken dragers van informatie te zijn. Informatie die aangeeft wat er moet gebeuren en dat van binnenuit ook bewerkstelligt. Om een voorbeeld te noemen: élke cel in het menselijk lichaam ‘weet’ wat het zelf moet doen, maar ook hoe het met andere cellen moet samenwerken opdat er een orgaan als de lever of de longen ontstaat. En dat niet alleen, het ‘weet’ ook hoe dat orgaan in stand gehouden moet worden.
Informatie die zich op deze wijze gedraagt noem je ‘bewustzijn’. Een ander woord daarvoor is ‘geest’, nog weer een ander woord is ‘wijsheid’.
Bewustzijn is de oerbron, de realiteit, waaruit alles is voortgekomen
Teule wees erop dat je deze, in de materiële stoffelijkheid aanwezige informatie, ook kunt omschrijven als in-formatie: formatie, vormgeving, van binnenuit. Bewustzijn ín de materie die haar van binnenuit schept en vormt…
Als je beseft dat dit bij alle levende wezens als planten, dieren en mensen het geval is, kun je niet anders dan tot de conclusie komen dat bewustzijn de oergrond van alle materie is en aan al het zijnde ten grondslag ligt. Chopra, Goswami, Van Lommel, Teule, Bos en met hen vele anderen, trokken die conclusie en maakten haar tot basis van hun theorie.
Bewustzijn is geen bijverschijnsel van de evolutie en toevallig ontstaan, zoals de darwinisten menen, zeggen zij, maar de realiteit waaruit alles is voortgekomen. Dit bewustzijn is ‘non-lokaal’ dat wil zeggen, niet aan een plaats gebonden en op zichzelf bestaand. Onbegrensd door tijd en ruimte is het oneindig en overal aanwezig. Heel de kosmos en de aarde en alles wat daarop leeft is doortrokken van en heeft zijn basis in bewustzijn. Bewustzijn is primair, materie is secundair. Het tweede is uit het eerste voortgekomen. Geest gaat aan materie vooraf en niet andersom!
Bewustzijn is daarom niet – zoals de darwinisten denken – alleen aan het fysieke lichaam gebonden. Het komt er niet uit voort, maar is er wel mee verbonden.
Doordat dit omvattende bewustzijn met ons fysieke lichaam, met name met de hersenen verbonden is, kunnen wij denken en ons van onszelf en de wereld om ons heen bewust worden. Chopra: ‘Wij mensen zijn de enige wezens die zich bewust-zijn van het eigen bewustzijn. Dat bewustzijn ligt voorbij de fysieke wereld, de wereld van de materie. Je kunt het niet vinden in het lichaam, en het ligt dieper dan ons denken. Het is de voedingsbodem van ons denken…’
Het interessante is dat deze bevindingen bevestigen wat de esoterische traditie, de oeroude wijsheid uit het oosten en het westen, al vele duizenden jaren verkondigt, namelijk dat alles wat bestaat voortkomt uit alomvattend bewustzijn of geest.
De wetenschappers die ik in dit artikel noem, wijzen daar ook op. Goswami zegt in zijn boek Het visionaire venster. Een kwantumfysicus over verlichting [6],dat het daarom voor wetenschappers die op zoek zijn naar vernieuwende inzichten die het materialisme te boven gaan, belangrijk is deze oude wijsheid te raadplegen. Hij verwacht dat in de spirituele literatuur zeer veel inzichten en gegevens te vinden zijn die de aard van het bewustzijn en zijn manifestaties in de wereld van de materie kunnen verduidelijken.
[1]Gerrit Teule. Wat Darwin niet kon weten. Een reis naar de spirituele binnenkant van de evolutie. Uitg. Ankh-Hermes, 2009. Terug
© Esoterisch Christendom 2024